Voor u gelezen: 8 tips voor het thuisonderwijs

Het thuisjuffen of -meesteren gaat weer beginnen: acht tips (download)

Na twee weken kerstvakantie is het toch echt tijd om de schouders er weer onder te zetten en moed te verzamelen voor het ‘thuisjuffen of -meesteren’. De basisscholen blijven zeker twee weken dicht. 8 tips om ouders op weg te helpen.

1. Zorg voor een opgeruimde werkplek

Hoe minder afleiding, hoe beter de concentratie van uw kind. Dus zorg dat ze een goede, opgeruimde werkplek hebben. Als ze aan taal moeten werken, leg dan ook alleen taal neer. Leg geen stapel met werk voor hun neus, want dat leidt af. Op school hebben ze ook lades waarin ze hun andere werk bewaren. Thuis kan je bijvoorbeeld mandjes voor de kinderen maken met daarin het werk voor rekenen en taal, zodat ze goed overzicht hebben. Waar de kinderen zitten, maakt niet per se uit. Als het maar een duidelijke werkplek is. Dat kan ook die ene stoel aan de keukentafel zijn.

2. Maak duidelijke afspraken met elkaar

In de klas is dagelijks orde en regelmaat. De kinderen weten precies wat ze wanneer van hun leerkracht kunnen verwachten. Na de zomervakantie beginnen we op dag 1 altijd met uitleg van wat er in die groep staat te gebeuren en spreken we onze verwachtingen uit. Gebruik voor de jonge kinderen pictogrammen, spreek met de oudere kinderen tijden af waarop ze welk werk doen. Duidelijkheid werkt. Zo kan je ook tijd creëren om je eigen werk te kunnen doen. Op school dragen leraren soms een ketting als ze niet gestoord kunnen worden, of ze zetten een stoplicht aan op het digibord. Zo zou je dat thuis ook kunnen doen. Spreek bijvoorbeeld af dat het kind écht een half uur zelfstandig moet werken en zet het stoplicht op rood, zodat je zelf dat telefoontje kunt plegen. Maar zorg ervoor dat het kind weet wat het moet doen als zijn of haar werk af is. Op school hebben de kinderen ook extra werk liggen.

Overigens, hoe ouder de kinderen, hoe langer ze zelfstandig kunnen werken. En als ze tussendoor vragen hebben, zorg dat ze die verzamelen en aan het einde van de rit alles in één keer op tafel leggen. Anders word je nóg om de haverklap tijdens je werk gestoord.

3. Probeer de structuur van school aan te houden

Het is handig om die structuur ook thuis aan te houden. Dus: 's ochtends op een vast tijdstip opstaan, gewoon aankleden - ‘niet in onesie of pyjama voor de camera’ -, ontbijten en ze op tijd laten aanmelden voor de online les. Dat kan de eerste dagen echt wel voor wat wrijving zorgen, maar wees standvastig en na een paar dagen pluk je er de vruchten van.

Overigens hoeft dat niet te betekenen dat alles precies zoals op school gebeurt. Thuis kan je ook dagelijks een wandelrondje met het gezin inbouwen. Twee keer zeggen ze: hè bah. Maar daarna doen ze dat gewoon. Weet je niet precies hoe bepaalde dingen op school gaan? Vraag het de juf of meester, zodat je de situatie thuis kunt nabootsen.

4. Wissel werken en ontspanning voldoende af

De spanningsboog van kinderen is nog niet heel groot. Het is daarom belangrijk om ze niet aan één stuk door te laten werken. Zorg voor tussendoortjes. Een idee voor zo'n tussendoortje dat een gegarandeerd succes is, voor alle leeftijden: Als je een klein beetje afwasmiddel op een bord legt, kunnen ze met een rietje de mooiste bellen blazen. Daar zijn ze zo een kwartier zoet mee.

Natuurlijk moeten de kinderen ook hun energie kwijt, dus laat ze lekker buitenspelen. Het nadeel is dat het niet altijd goed weer is, maar voor binnen zijn er ook genoeg fysieke activiteiten te bedenken. Youtube kan helpen, bijvoorbeeld Cooking Class.

5. Strooi met complimentjes

Kinderen bloeien op van positieve aandacht. Dus ook al liep de dag niet fantastisch: geef de kleintjes complimenten. Hebben ze goed gewerkt? Benoem dat. Zijn ze zonder te morren meegegaan voor de dagelijkse wandeling? Prijs ze daarvoor. Dan weten ze dat het gezien wordt en doen ze het morgen weer.

Om de motivatie op peil te houden, kunnen ouders ook nog met een beloningssysteem werken. Bijvoorbeeld: als je drie kwartier zelf aan je rekenen werkt, mag je daarna een kwartier op de spelcomputer of even een Donald Duckje lezen.

6. Controleer het gemaakte werk

Heb je een kind dat altijd binnen tien minuten klaar is met zijn of haar werk? Controleer altijd even wat het heeft gedaan. Dus niet nakijken, maar checken of het werk in orde is. Is het slordig of afgeraffeld? Zitten er veel fouten in? Stuur uw kind dan tóch terug om opnieuw naar het werk te kijken. Op school gebeurt het ook dat ze iets over moeten doen. Geef gelijk aan dat ze met dat werk ook niet bij de leerkracht kunnen aankomen en dat ze thuis net zo netjes moeten werken als op school.

7. Lees genoeg boeken

Van groep 1 tot en met 8: op school wordt gelezen en/of voorgelezen. Blijf dat vooral doen! De leerkracht kan alles controleren: welke voortgang er is met taal, rekenen. Maar lezen niet, terwijl het zo belangrijk is. Maak er jullie boek van. Lees samen een paar bladzijden, ga zelf aan het werk en laat het kind verder lezen. Vraag dan later wat er is gebeurd. Toon oprechte interesse, laat zien dat je écht wil weten hoe het verhaal liep. Dan kan het kind er gelijk over vertellen en oefent het begrijpend lezen. Zijn er geen boeken thuis? Vraag aan de leerkracht of leen gratis boeken met een bibliotheekpas.

8. Vraag de leerkracht om hulp als het niet lukt

Speel vooral niet voor thuisjuf of -meester. Wij snappen echt wel dat ouders daar niet voor zijn opgeleid. Ze weten sommige dingen niet meer of hebben het anders aangeleerd. Dat kan tot frustratie leiden, dus doe dat niet. Dat is ónze taak. Als het thuis niet lukt, trek op tijd aan de bel bij de eigen leerkracht. Die moeten op afstand de leerlingen en hun ouders begeleiden. Soms is er toch even een gesprekje tussen leerling en leraar nodig om het vlot te trekken.

Samengevat: Bied thuis duidelijkheid en vertrouwen, speel niet voor leerkracht. En voel je niet bezwaard om bij de leerkracht aan de bel te trekken.